Selecteer hieronder uw gemeente zodat het relevante gemeentelijke beleid getoond kan worden:
Twee jaar na het uitkomen van het onderzoek naar de problemen rond vergoeding van het zak- en kleedgeld voor kinderen die met een jeugdbeschermingsmaatregel in een instelling verblijven, is verbetering zichtbaar. Toch zijn er nog altijd kinderen waarvoor het zak- en kleedgeld niet goed geregeld is. Dat concludeert de Kinderombudsman in een nieuw onderzoek naar de stand van zaken.
In 2017 schreef de Kinderombudsman in het rapport Mag ik mijn zakgeld? dat de vergoeding van het zak- en kleedgeld voor kinderen die met een jeugdbeschermingsmaatregel in een instelling verblijven in de praktijk niet goed geregeld was. Hierdoor konden kinderen noodzakelijke spullen als winterkleding, sportkleding en schoolspullen niet aanschaffen. De Kinderombudsman riep gemeenten, GI's en aanbieders destijds op hun gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen om de problemen rond de vergoeding van zak- en kleedgeld aan te pakken.
Stappen gezet…
De Kinderombudsman heeft onderzocht in hoeverre de aanbevelingen uit 2017 zijn opgevolgd en concludeert dat in twee jaar tijd goede stappen zijn gezet. Zo hebben Jeugdzorg Nederland, VGN, GGZ Nederland en VNG een handreiking opgesteld met informatie aan gemeenten, GI's en jeugdhulpinstellingen over de afspraken die ze regionaal moeten maken rond de vergoeding van zak- en kleedgeld. Ook zijn in verschillende gemeenten raadsvragen gesteld over deze problematiek. Gemeenten lijken zich beter bewust te zijn van hun zorgplicht naar deze kinderen.
… maar nog niet opgelost
Tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek dat er nog steeds kinderen zijn waarbij het zak- en kleedgeld niet wordt vergoed. De meeste problemen komt voort uit het moeizaam tot stand komen van afspraken tussen gemeenten, GI's en instellingen of de praktische uitvoering van die afspraken. En als er afspraken zijn, blijken deze niet altijd kostendekkend. Op bijkomende kosten zoals het zak- en kleedgeld wordt dan bezuinigd om de kosten voor wonen, voeding en begeleiding te kunnen blijven financieren.
Een ander knelpunt is dat iedere gemeente of regio sinds de decentralisatie van de Jeugdwet eigen afspraken maakt over de vergoeding van het zak- en kleedgeld. Hierdoor is het regelen van zak- en kleedgeld voor GI's en instellingen een tijdrovend proces. Ook leidt het tot ongelijkheid tussen kinderen uit verschillende gemeenten die in dezelfde residentiële instelling wonen. Tot slot blijkt dat ondanks de handreiking een enkele GI, maar vooral instellingen niet op de hoogte van de zorgplicht van gemeenten. De instellingen proberen het probleem dan ook vaak zelf op te lossen door een beroep op fondsen te doen, tweedehands kleding aan te schaffen of de jongeren aansporen tot het vinden van een bijbaan.
Gezamenlijke inzet
De Kinderombudsman roept de betrokken partijen daarom opnieuw op zich in te zetten voor deze kinderen en de problemen gezamenlijk op te lossen. Zo moeten in de regio's waar afspraken over de vergoeding van zak- en kleedgeld nu ontbreken, deze op korte termijn worden vastgesteld. In de regio's waar al wel afspraken zijn gemaakt, moeten deze zo helder en duidelijk mogelijk gecommuniceerd te worden aan alle betrokken partijen, bijvoorbeeld door het nogmaals verspreiden van de handreiking van Jeugdzorg Nederland, VGN en GGZ Nederland onder haar leden.
Rapport Krijg jij al zakgeld (2019)
Rapport Mag ik mijn zakgeld (2017)