Selecteer hieronder uw gemeente zodat het relevante gemeentelijke beleid getoond kan worden:
Op 23 oktober is in Roermond het startsein gegeven voor de pilot Uniform Hulpaanbod (UHA) in scheidingsprocedures bij de rechtbank Limburg. Door jeugdhulp al vanuit de rechtszaal in te schakelen, wordt de schade die kinderen oplopen bij conflictscheidingen zoveel mogelijk beperkt.
Na Noord-Nederland, waar dit initiatief in 2015 is begonnen, is Limburg de eerstvolgende provincie waar deze belangrijke en unieke ketensamenwerking in jeugdzaken start. De pilot is een initiatief van de rechtbank Limburg en tot stand gekomen in overleg met alle Limburgse gemeenten en de Raad voor de Kinderbescherming (verder: Raad). Bij de pilot zijn ook diverse jeugdhulpaanbieders en advocaten betrokken. De rechtbank Limburg voert daarmee uit wat de Rechtspraak landelijk heeft afgesproken, namelijk te zorgen dat in heel Nederland de rechter in conflictscheidingen professionele jeugdhulp voor ouders en kinderen vanuit de rechtszaal kan inzetten. Bovendien kan de rechter zo het resultaat van die hulp bij zijn beslissingen over de kinderen laten meewegen.
De Rechtspraak heeft eind 2016 een visiedocument gepresenteerd over de echtscheiding van ouders met kinderen. Daarin staan de complexe conflictscheidingen centraal waarin teveel kinderen te lang betrokken raken. De belangen van die kinderen raken ondergesneeuwd of komen niet of ruim onvoldoende aan bod. De schade die kinderen daardoor lijden, kan op korte en lange termijn erg groot zijn. In dit visiedocument heeft de Rechtspraak plannen neergelegd om het familierechtelijke proces bij de rechter, waarin die ouders en kinderen betrokken zijn, zo in te richten dat de schade voor die kinderen zoveel mogelijk en zo snel mogelijk kan worden beperkt. Een van die plannen is het organiseren van uniform hulpaanbod in heel Nederland. Dit UHA vormt ook één van de aanbevelingen die op 22 februari 2018 zijn bekendgemaakt door het Platform “Scheiden zonder schade” onder leiding van André Rouvoet.
Door het UHA kunnen kinderrechters, veelal op advies van de Raad voor de Kinderbescherming en met instemming van de ouders, specifieke jeugdhulp vanuit de rechtszaal inzetten. De rechter informeert daarover meteen het loket bij de Raad. De Raad legt met instemming van ouders contact met het lokale jeugdteam van de gemeente waar de kinderen wonen. Als er geen zwaarwegende contra-indicaties tegen het inzetten van de jeugdhulp blijken te zijn, zorgt het loket ervoor dat de jeugdhulpverleners zo spoedig mogelijk met de ouders en kinderen van start gaan. De jeugdhulp wordt betaald door de gemeente waar de kinderen wonen.
De jeugdhulptrajecten die in het UHA zitten, zijn: Kinderen uit de Knel (KuK), Ouderschap na Scheiding (OnS), Begeleide Omgangsregeling (BOR) en Kinderen in echtscheiding (KIES). De jeugdhulpverlener maakt een eindrapport dat ook ter beschikking komt van de Raad en de rechter. De gemaakte werkafspraken vergroten de kans dat de ouders en kinderen snel de juiste hulp krijgen en dat zij die hulptrajecten (duur 6-7 maanden) ook afmaken. Dat vergroot voor de kinderen de kans dat zij minder, geen of niet langer schade oplopen. Dat laatste kan ertoe bijdragen dat later geen zwaardere en duurdere jeugdhulp voor de kinderen door de gemeenten moet worden ingezet en betaald.
Het project UHA zal in Limburg als pilot starten op 1 januari 2019 voor de duur van 2 jaar. In de loop van die periode wordt, mede aan de hand van een evaluatie, beslist of en zo ja, op welke wijze met het UHA wordt verder gegaan.