Selecteer hieronder uw gemeente zodat het relevante gemeentelijke beleid getoond kan worden:
In de Jeugdwet staat dat gemeenten moeten zorgen voor hulp aan kinderen met opgroeiproblemen, gedragsproblemen, een verstandelijke beperking of psychische problemen en stoornissen.
De gemeente gaat uit van de eigen mogelijkheden (eigen kracht) van u en uw kind. Bijvoorbeeld door hulp te vragen van familie, buren of vrienden. Als dat niet lukt, bekijkt de gemeente welke hulp uw kind nodig heeft en bij uw kind past. Dat kan kortdurende eenvoudige hulp zijn, maar ook langdurige specialistische hulp.
Ook regelt de Jeugdwet dat de gemeente moet zorgen voor preventie. Door preventiemaatregelen kan de gemeente voorkomen dat problemen van kinderen verergeren. Verder moet de gemeente zorgen voor goede uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.
Nee, totdat uw kind 18 jaar is, kan uw kind daar niet zelf over beslissen. Behalve als u - als ouders met gezag - daarmee instemt. Zodra u, of de andere ouder met gezag het er niet mee eens is dat uw kind ergens anders gaat wonen, kan uw kind niet zelf beslissen ergens anders te gaan wonen.
Dat is mogelijk. Maar het hangt er wel vanaf welke hulp uw kind nodig heeft. Een pleeggezin krijgt begeleiding van de pleegzorgorganisatie. Hulp die nodig is bij gedragsproblemen of psychische problemen, krijgt uw kind via de gemeente. Maar het kan ook zijn dat de gemeente uw kind niet kan helpen. In dat geval is het vaak mogelijk hulp te krijgen van een andere zorgverlener.
Ja, medewerkers van het jeugdteam mogen dit doen. Ook andere hulpverleners mogen dit. Zij hoeven u niet eerst om toestemming te vragen. Het is van belang dat Veilig Thuis alle informatie krijgt die nodig is om de veiligheid van kinderen in het gezin te onderzoeken.
Veilig Thuis kan de informatie opvragen bij de medewerker van het jeugdteam. Maar de medewerker kan ook zelf een melding doen van vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. In beide situaties mag de medewerker van het jeugdteam dus zonder uw toestemming de informatie doorgeven.
In de Jeugdwet staat dat gemeenten moeten zorgen voor hulp aan kinderen met opgroeiproblemen, gedragsproblemen, een verstandelijke beperking of psychische problemen en stoornissen.
De gemeente gaat uit van de eigen mogelijkheden (eigen kracht) van u en uw kind. Bijvoorbeeld door hulp te vragen van familie, buren of vrienden. Als dat niet lukt, bekijkt de gemeente welke hulp uw kind nodig heeft en bij uw kind past. Dat kan kortdurende eenvoudige hulp zijn, maar ook langdurige specialistische hulp.
Ook regelt de Jeugdwet dat de gemeente moet zorgen voor preventie. Door preventiemaatregelen kan de gemeente voorkomen dat problemen van kinderen verergeren. Verder moet de gemeente zorgen voor goede uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.
De hulpverlener houdt een dossier bij over de hulp voor uw kind. In dat dossier staat welke problemen uw kind heeft. Er staat ook in wat de hulpverlener doet om uw kind te helpen. Verder kan er ook informatie in staan van andere hulpverleners die een rol hebben bij de hulp aan uw kind. Soms verstrekt de hulpverlener informatie uit het dossier aan anderen. Vaak moet u dan eerst toestemming daarvoor geven. Als de hulpverlener informatie aan anderen geeft, staat dat in het dossier. Ook staat in het dossier of de informatie is gegeven mét of zónder uw toestemming.
U kunt een eigen verklaring laten opnemen in het dossier. In deze verklaring kunt u uw mening geven over de hulp aan uw kind. Persoonlijke aantekeningen van de hulpverlener kunnen ook in het dossier staan. Deze informatie blijft altijd alleen voor de hulpverlener.
U en uw kind kunnen het dossier inkijken. Dat kan als:
Natuurlijk kan ook de hulpverlener die het dossier bijhoudt, in het dossier. Ook een andere hulpverlener die uw kind helpt, kan in het dossier. Anderen die het dossier willen inkijken, moeten eerst toestemming vragen aan u en/of uw kind.
* Zodra uw kind 16 jaar is, kunt u het dossier pas inkijken als uw kind daarvoor toestemming geeft. Behalve als uw kind de eigen situatie niet goed kan inschatten. Dan kunt u het dossier inkijken totdat uw kind 18 jaar is.
Nee, totdat uw kind 18 jaar is, kan uw kind daar niet zelf over beslissen. Behalve als u - als ouders met gezag - daarmee instemt. Zodra u, of de andere ouder met gezag het er niet mee eens is dat uw kind ergens anders gaat wonen, kan uw kind niet zelf beslissen ergens anders te gaan wonen.
Als uw ex-partner gezag heeft, dan heeft uw ex recht op inzage in het dossier. Dit geldt in ieder geval totdat het kind 16 jaar is. Uw ex-partner krijgt alleen inzage in de informatie over uw kind. Staat er ook informatie over uzelf in het dossier? Dan moet u eerst toestemming geven voordat uw ex-partner deze informatie kan inzien.
Heeft uw ex-partner geen gezag? Dan krijgt hij geen inzage in het dossier.
Ja, bepaalde informatie moet door het jeugdteam of de gemeente vernietigd worden als u daarom vraagt. Bijvoorbeeld als er onjuiste informatie in het dossier zit. Of als er informatie in het dossier zit die niet van belang is voor de hulp die uw kind nodig heeft.
Is uw kind 16 jaar of ouder? Dan kunt u het niet zelf vragen. Alleen uw kind kan dan vragen om vernietiging van de informatie.
Vaak is het dan niet mogelijk dat uw kind de hulp krijgt. Hulp voor uw kind is alleen mogelijk als beide ouders met gezag daarmee instemmen. Dit geldt in ieder geval totdat uw kind 16 jaar is. Vanaf dan kan uw kind zelf beslissen over de hulp.
Als de andere ouder met gezag niet wil dat uw kind hulp krijgt, kan de hulp niet doorgaan. Er is één uitzondering wanneer uw kind tussen de 12 en 16 jaar is: als uw kind de eigen situatie goed kan inschatten en duidelijk aangeeft de hulp te willen, kan hulp toch mogelijk zijn. De hulpverlener moet het daar dan mee eens zijn.
Ouders hebben recht op informatie over de hulp aan uw kind. U kunt bij de hulpverlener het dossier over uw kind opvragen. De hulpverlener moet u dan een kopie van het dossier sturen. Het kan zijn dat u bepaalde informatie uit het dossier niet krijgt. Bijvoorbeeld informatie over andere personen. U hebt namelijk alleen recht op de informatie over uw kind.
Dit is in ieder geval zo totdat uw kind 16 jaar is. Vanaf 16 jaar moet uw kind eerst toestemming geven voordat u het dossier krijgt. Behalve als uw kind niet kan inschatten wat de eigen situatie is en welke gevolgen deze beslissing heeft.
Ja. Het beste is om dit vooraf te vertellen aan de medewerker van het jeugdteam. Maar ook als u het niet vertelt, mag het. Let op! U mag de opname niet laten horen aan anderen. De opname mag u alleen gebruiken voor uzelf, zodat u terug kunt luisteren naar wat er gezegd is in het gesprek.
Wilt u de opname toch laten horen aan iemand anders? Dan moet u eerst toestemming vragen aan de medewerker(s) met wie u het gesprek had.
Dat mag alleen als de andere ouder met gezag daar toestemming voor geeft. In het gesprek wordt er namelijk gesproken over uw kind en de hulp die uw kind nodig heeft. Die informatie mag niet zomaar gedeeld worden met andere personen dan de ouders, zoals een nieuwe partner. Daarom is toestemming nodig van de andere ouder die niet aanwezig is bij het gesprek.
Nee, persoonlijke aantekeningen van de hulpverlener krijgt u niet te zien. De hulpverlener maakt aantekeningen over de indrukken, vermoedens of vragen die hij of zij heeft. Deze aantekeningen staan in het dossier over de hulp voor uw kind. Ze zijn enkel bedoeld voor de hulpverlener zelf. Als u het dossier inkijkt, krijgt u deze aantekeningen dus niet te zien.
Nee, voor de aanmelding van een hulpvraag bij het jeugdteam is geen toestemming nodig van de andere ouder met gezag. Ook voor het voeren van verkennende gesprekken over de hulpvraag is geen toestemming nodig. Wel moet het jeugdteam de andere ouder hierover informeren.
Pas als uw kind de hulp gaat krijgen is wel toestemming nodig van de andere ouder met gezag. Dit geldt totdat uw kind 16 jaar is.
Een ondersteuningsplan* voor de hulp die uw kind gaat krijgen, hoeft u niet te ondertekenen. In het ondersteuningsplan staat welke hulp het jeugdteam of de gemeente nodig vindt. Uw mening is belangrijk bij het maken van het plan. Maar het zal niet altijd lukken het plan daar volledig mee in overeenstemming te brengen. Bent u het niet eens met het plan? Dan hoeft u het plan niet te ondertekenen.
Wilt u wel hulp voor uw kind, maar andere hulp dan in het ondersteuningsplan omschreven staat? Dien dan een aanvraag in. De gemeente neemt dan een beslissing. Bent u het niet eens met die beslissing? Dan kunt u bezwaar maken.
* Het ondersteuningsplan wordt soms ook gezinsplan of plan van aanpak genoemd.
Ja, u moet uw ex-partner informeren over de hulp aan jullie kind. Ook als uw ex geen contact heeft met jullie kind. Dit geldt in ieder geval totdat het kind 16 jaar is. Doet u dit niet? Dan kan uw ex-partner informatie opvragen bij de hulpverlener van uw kind. De hulpverlener geeft uw partner dan dezelfde informatie over uw kind die u ook heeft.
Dat hangt af van de leeftijd van uw kind. Totdat uw kind 16 jaar is, krijgt u alle informatie over de hulp aan uw kind. Ouders met gezag hebben daar recht op. Zij mogen weten hoe het met hun kind gaat.
Zodra uw kind 16 jaar is, krijgt u pas informatie als uw kind daarmee instemt. Behalve als uw kind de eigen situatie niet goed kan inschatten. Dan krijgt u de informatie totdat uw kind 18 jaar is.
Ja, in ieder geval totdat het kind 16 haar is. Toestemming is nodig van de ouders met gezag. Ook als beide ouders het gezag hebben, maar gescheiden zijn. Maar als een van de ouders niet het gezag heeft, is toestemming van die ouder dus niet nodig. Het kind kan dan hulp krijgen als de ene ouder met gezag toestemming daarvoor geeft.
Vanaf het moment dat het kind 12 jaar is, moet het kind zelf ook toestemming geven voor de hulp. Zodra het kind 16 is, hoeft alleen het kind zelf toestemming te geven. Toestemming van de ouders is dan niet meer nodig. Behalve als het kind de eigen situatie niet goed kan inschatten. In dat geval is toch toestemming van de ouders met gezag nodig.
Gaat het om hulp voor het kind, waarbij het kind buiten het gezin verblijft? Dan is altijd toestemming van de ouders met gezag nodig. Dit geldt totdat het kind 18 jaar is.
Ja, dat kan verschil maken. In het algemeen geldt dat u de hulp voor uw kind moet regelen via de gemeente waar u (ouder met gezag) woont. Maar het kan zijn dat u de hulp in een andere gemeente moet vragen.
Ouders hebben recht op informatie over hun kind. U kunt de hulpverlener vragen om informatie uit het dossier over uw kind. De hulpverlener moet u dan het dossier laten inkijken of u kopieën geven van informatie uit het dossier.
Bepaalde informatie uit het dossier mag u niet zien. Bijvoorbeeld informatie over andere personen. U hebt namelijk alleen recht op de informatie over uw kind. Persoonlijke aantekeningen van de hulpverlener kunnen ook in het dossier staan. Deze informatie blijft altijd alleen voor de hulpverlener.
Dit geldt in ieder geval totdat uw kind 16 jaar is. Vanaf 16 jaar moet uw kind eerst toestemming geven voordat u informatie uit het dossier krijgt. Behalve als uw kind niet kan inschatten wat de eigen situatie is en welke gevolgen deze beslissing heeft.
Het kan zijn dat u niet tevreden bent over de kwaliteit van de hulp die uw kind krijgt of de hulpverlener. Daarover kunt u een klacht indienen bij de organisatie waarvoor de hulpverlener werkt. Vraag de hulpverlener hoe u dit kunt doen.
Het kan zijn dat u niet tevreden bent met gedrag van een medewerker van de gemeente. Daarover kunt u een klacht indienen bij de gemeente zelf. Dat kan telefonisch, per brief, per e-mail of door langs te gaan bij de gemeente.