Antwoord op vragen over het sociaal domein

Selecteer hieronder uw gemeente zodat het relevante gemeentelijke beleid getoond kan worden:

Bijstand & woonsituatie

De wijze waarop u woont is van belang voor uw recht op bijstand. Zo zal bijvoorbeeld het recht bij mensen die in een eigen woning wonen anders zijn dan het recht op bijstand voor mensen die in een inrichting verblijven.

Daarnaast is het van belang om te bekijken met wie u samenwoont. Ook dit kan van belang zijn voor uw bijstandsuitkering.

Over deze onderwerpen is in dit hoofdstuk de volgende informatie te vinden: 

Gaat u binnenkort samenwonen of trouwen?

Bent u nu nog een alleenstaande (ouder) met een bijstandsuitkering? En gaat u binnenkort samenwonen of trouwen? Dan bent u verplicht om dat aan de gemeente te laten weten.

  • Heeft u met uw nieuwe partner samen geen inkomen? Of is dat volgens de wet te laag om daar samen van te kunnen leven? Dan moet u samen opnieuw een uitkering aanvragen.
  • Heeft u samen wel een inkomen, waar u volgens de wet samen van kunt leven? Dan stopt uw uitkering.

Denkt u dat uw nieuwe partner misschien geen recht heeft op bijstand?
Bijvoorbeeld omdat hij/zij een verblijfsvergunning heeft? En die misschien kwijtraakt als hij/zij een bijstandsuitkering nodig heeft? Ook dan bent u verplicht uw samenwonen of trouwen aan de gemeente te laten weten. De gemeente bekijkt dan of één van u beiden recht heeft op een uitkering. Of misschien toch samen.

Gaat u uit elkaar?

Gaat u uit elkaar? En kreeg u samen een bijstandsuitkering? Dan moet u ieder apart opnieuw een uitkering aanvragen. Waarschijnlijk krijgt u dan ieder een uitkering voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder.

Heeft u eigen geld (vermogen)?

Er verandert nog meer als u gaat samenwonen of trouwen. Of als u uit elkaar gaat. Heeft u bijvoorbeeld eigen geld (vermogen)? Het bedrag dat u naast uw uitkering mag houden wordt dan hoger of lager.

Bent u 21 jaar of ouder? En wonen er nog andere volwassenen van 27 jaar of ouder bij u in de woning? Dan bent u voor de bijstand een kostendeler. U kunt namelijk de kosten van het huishouden met hen delen.

Daarom krijgt u maar een deel van de maximale bijstand die voor uw leefsituatie geldt. Het bedrag dat u krijgt heet de kostendelersnorm. Hoeveel dat voor u precies is, hangt af van het aantal kostendelende huisgenoten. Hoe meer kostendelende huisgenoten, hoe lager uw uitkering wordt. Dus hoe lager de kostendelersnorm.

Het uitkeringsbedrag voor een kostendeler
In de tabel hieronder ziet u waar u recht op heeft bij verschillende aantallen kostendelers. Deze tabel eindigt bij vijf kostendelers. Maar met meer kostendelers wordt de kostendelersnorm nog lager.

Aantal kostendelers, uzelf meegerekend Deel van het maximale bijstandsbedrag dat u krijgt: de kostendelersnorm
Eén 70%
Twee 50%
Drie 43,33%
Vier 40%

Vijf

38%

Wie tellen niet mee als kostendelende huisgenoot?
Sommige huisgenoten tellen niet mee als kostendelende huisgenoten:

  • huisgenoten die jonger zijn dan 27 jaar;
  • uw partner, als hij of zij ook een bijstandsuitkering nodig heeft;
  • leerlingen en studenten (mbo, hbo of wo) die studiefinanciering krijgen;
  • huisgenoten die huur betalen. Aan u of aan dezelfde huurbaas als u. Dus een huurder of bijvoorbeeld een kostganger.


De gemeente berekent de kostendelersnorm zo:

40% + (A x 30%)

------------------ x B

          A

Dan is
A = het aantal kostendelende huisgenoten. Uzelf en uw partner meegerekend.
B = het maximale bijstandsbedrag voor uw leefsituatie

Voorbeeldberekening van het percentage voor de kostendelersnorm                          

U bent 22 jaar. U heeft ook nog twee huisgenoten van 28 jaar. Er wonen dan drie kostendelers in uw woning, uzelf meegerekend. A is dus 3.

40% + (A x 30%)
----------------------- x B
          A

  1. Eerst vermenigvuldig je 30% met 3. 3 X 30 = 90. De uitkomst is 90%.
  2. Dan tel je er 40 bij op: 40 + 90 = 130. Dit is samen 130%.
  3. Deze 130 deel je door 3, want A is 3. 130 : 3 = 43,3333. Afgerond is dit 43,33 %.  
  4. Stel dat voor uw leefsituatie het maximale bijstandsbedrag geldt van €1.389,57. Dat is B. Dus B is € 1.389,57.
  5. Als u twee kostendelende huisgenoten heeft, krijgt u daar 43,33% van. Dat staat in de tabel. 43,33% van € 1.389,57 is 0,4333 x € 1.389,57 = € 602,15.
  6. Met twee kostendelende huisgenoten (in totaal drie kostendelers) krijgt u dus een uitkering van € 602,15.
  7. Heeft een van uw kostendelende huisgenoten ook bijstand nodig? Dan krijgt deze huisgenoot ook 43,33% van het maximale bijstandsbedrag dat voor hem of haar geldt.

De wettelijke basis voor de kostendelersnorm staat in artikel 22a lid 1 Participatiewet.  

Bent u kostganger of kostgever? Dan heeft u ieder apart recht op een uitkering, als u aan de voorwaarden voldoet. Voor de bijstand woont u niet samen. En u bent ook geen kostendelers.

U moet wel kunnen bewijzen dat de kostgever winst wil maken met de kostganger:

  • u heeft dus een contract afgesloten met uw kostganger of kostgever;
  • u heeft betaalbewijzen waaruit blijkt dat er normaal kostgeld wordt betaald;
  • u kunt bewijzen dat het kostgeld elk jaar hoger wordt.

Wanneer bent u géén kostganger of kostgever?
Voor de bijstand bent u nooit kostganger en kostgever als u:

  • ouder en kind bent;
  • broers, zussen of broer en zus van elkaar bent;
  • grootouder en kleinkind bent.

De gemeente bekijkt dan of u volgens de bijstand samenwoont of kostendelers bent.

Heeft u kostgangers in huis?

Dan heeft u gewoon recht op een uitkering, als u aan de voorwaarden voldoet. Maar door uw kostgangers heeft u inkomsten. En daar houdt de gemeente rekening mee als zij uw uitkering berekent.

Huurt of verhuurt u een kamer? En woont uw huurder of verhuurder in dezelfde woning als uzelf? Dan heeft u ieder apart recht op een uitkering, als u aan de voorwaarden voldoet. Volgens de bijstand woont u niet samen. En u bent ook geen kostendelers.

U moet wel kunnen bewijzen dat de verhuurder winst wil maken met de huur:

  • u heeft dus een contract afgesloten met uw huurder of verhuurder;
  • u heeft betaalbewijzen waaruit blijkt dat er normaal huur wordt betaald;
  • u kunt bewijzen dat het huurbedrag elk jaar hoger wordt.

Wanneer bent u géén huurder en verhuurder van elkaar?
Voor de bijstand bent u nooit elkaars huurder en verhuurder, als u

  • ouder en kind bent;
  • broers, zussen of broer en zus bent;
  • grootouder en kleinkind bent.

De gemeente bekijkt dan of u volgens de bijstand samenwoont of kostendelers bent.

Verhuurt u kamers?

Dan heeft u gewoon recht op een bijstandsuitkering, als u aan de voorwaarden voldoet. Maar u heeft ook inkomsten vanuit de huur. En daar houdt de gemeente rekening mee als zij uw uitkering berekent.

Bent u dakloos of thuisloos? Dan kunt u normaal gesproken een uitkering aanvragen bij de gemeente waar u ‘woont’. Daarvoor moet u wel bij de gemeente ingeschreven staan. Dus in de basisregistratie personen (BRP). En u moet aan alle voorwaarden voor bijstand voldoen.

De gemeente moet u met een briefadres als ingezetene in de BRP opnemen als u nog geen briefadres heeft. Dat kan bijvoorbeeld het adres van het gemeentehuis zijn.

Hoogte en betaling van uw uitkering

Hoe hoog is uw uitkering
Het basisbedrag voor uw uitkering is afhankelijk van uw leeftijd. En of u bijvoorbeeld getrouwd bent of niet. Als u dakloos of thuisloos bent gelden dezelfde basisbedragen. Maar uw uitkering wordt wel lager als u geen kosten heeft voor een woning. Of voor nachtopvang.

Hoe krijgt u uw uitkering
Normaal gesproken krijgt u uw uitkering elke maand op uw bankrekening uitbetaald. Misschien betaalt de gemeente in uw situatie wekelijks uit. Heeft u (nog) geen bankrekening? Dan kunt u uw uitkering contant krijgen.

Soms betaalt de gemeente uw uitkering in natura. Dat betekent dat u spullen of een slaapplaats krijgt in plaats van geld. Dan krijgt u dus minder geld.

Verplichtingen

Bij een bijstandsuitkering heeft u verplichtingen. Die gelden ook als u dakloos of thuisloos bent. Naast de gewone verplichtingen krijgt u misschien nog extra verplichtingen. Bijvoorbeeld:

  • als u verslaafd bent, moet u misschien meewerken aan een medische behandeling ;
  • als u schulden heeft, moet u misschien meewerken aan schuldhulpverlening;
  • vindt de gemeente dat u uw geld verkeerd besteedt? Misschien moet u dan uw uitkering aan iemand anders laten uitbetalen. Bijvoorbeeld een bewindvoerder. Of de gemeente betaalt uw belangrijkste kosten voor u. Bijvoorbeeld uw zorgverzekering. Hiervoor heeft de gemeente wel uw toestemming nodig. 

Heeft u een bijstandsuitkering en wordt u opgenomen in een inrichting? Dan bent u verplicht om dat aan de gemeente te laten weten. Dit is de inlichtingenplicht. Waarschijnlijk verlaagt de gemeente uw uitkering voor de tijd dat u bent opgenomen.

Heeft u nog geen bijstandsuitkering?

En heeft u wel bijstand nodig als u wordt opgenomen? Hieronder leest u welke regels dan gelden.

  • U bent jonger dan 21 jaar
    Dan heeft u geen recht op bijstand als u opgenomen bent. Volgens de wet zijn uw ouders namelijk nog verplicht om voor uw levensonderhoud te betalen. Dat geldt ook voor zakgeld en kleedgeld.

    Kunnen uw ouders dat niet? Bijvoorbeeld omdat zij zelf een bijstandsuitkering hebben? Dan heeft u waarschijnlijk recht op bijzondere bijstand.

  • U bent 21 jaar of ouder en nog niet met pensioen
    Dan heeft u recht op bijstand als u aan de voorwaarden voldoet. Maar uw uitkering is lager dan voor iemand die niet in een inrichting is opgenomen.

    Hieronder leest u waar u recht op heeft als u in een inrichting bent opgenomen.
Uw leefsituatie Bijstand per maand zonder vakantiegeld Bijstand per maand met vakantiegeld

U bent alleenstaande of alleenstaande ouder. Dan krijgt u:

€ 433,49 € 456,31
U bent gehuwd en allebei in een inrichting opgenomen. Dan krijgt u samen: € 702,48 € 739,45
 
Bent u gehuwd en is één van u beiden opgenomen? Dan krijgt u samen
  • het bedrag voor een alleenstaande volgens de tabel hierboven, plus
  • het bedrag voor een alleenstaande (ouder) die niet is opgenomen.            Hoeveel dat is, leest u op de pagina U bent ouder dan 21 en nog niet met pensioen.

  • U bent met pensioen
    Bent u met pensioen? Dan gelden ook de bedragen die in de tabel hierboven staan. Is uw AOW samen met uw pensioen lager dan het wettelijke basisbedrag dat voor u geldt? Dan kunt u tot dat bedrag een aanvulling met AIO krijgen.

Bent u alleenstaande of een alleenstaande ouder?

Dan heeft u waarschijnlijk recht op bijzondere bijstand voor de vaste kosten van uw woning. Zoals voor de huur en voor gas, water en elektriciteit.

Heeft u een bijstandsuitkering en moet u een gevangenisstraf uitzitten? Dan bent u verplicht dat aan de gemeente te laten weten. Volgens de wet heeft u tijdens uw gevangenisstraf namelijk geen recht op een uitkering.

U krijgt geen uitkering:

  1. als u een straf uitzit in de gevangenis. Of als u dat zou moeten doen. Bijvoorbeeld als u zich daar al had moeten melden. Of als u bent ontsnapt;
  2. als u kort verlof heeft van een gevangenisstraf. Bijvoorbeeld als u in het weekend naar huis mag;
  3. als u voorlopig vastzit, omdat u verdacht wordt van een misdrijf. Bijvoorbeeld in een politiecel;
  4. als u tbs heeft. Dat is een psychiatrische behandeling op bevel van de rechter. Misschien heeft u dan wel recht op bijzondere bijstand voor de premies van uw zorgverzekering
  5. als u in ‘vreemdelingenbewaring’ zit. Dan heeft u namelijk geen verblijfsvergunning (meer). En dan gaat u terug naar het land waar u vandaan komt.

Wilt u tijdens uw gevangenisstraf uw woning aanhouden? Ook daar krijgt u normaal gesproken geen bijstand voor.

Wanneer kunt u soms toch een uitkering krijgen?

U zit in de laatste fase van uw gevangenisstraf
Dan kunt u soms toch een uitkering krijgen. Bijvoorbeeld als:

  • u proefverlof heeft;
  • u een enkelband heeft;
  • u een programma volgt voor Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV). 

U moet dan wel aan alle voorwaarden voor bijstand voldoen.

U heeft een straf, maar u zit niet in de gevangenis
Ook dan kunt u waarschijnlijk een uitkering krijgen als u aan alle voorwaarden voldoet.

  • uw gevangenisstraf is voor lange tijd onderbroken; 
  • u heeft een alternatieve straf;
  • u heeft een taakstraf.

Uw partner zit een gevangenisstraf uit

Als u aan alle voorwaarden voldoet, heeft u zelf wel recht op een uitkering. U krijgt dan de helft van het uitkeringsbedrag voor gehuwden. Heeft uw partner inkomsten? Dan houdt de gemeente daar rekening mee bij de berekening van uw uitkering.  

Naast uw uitkering heeft u misschien recht op bijzondere bijstand. Dat is zo als de gevangenis waar uw partner zit ver uit uw buurt is. De bijzondere bijstand is dan voor de reiskosten als u uw partner bezoekt.

Je vader of moeder zit een gevangenisstraf uit

Ben je jonger dan 18 jaar? Dan heb je alleen in heel bijzondere situaties recht op een bijstandsuitkering. Bijvoorbeeld als je maar één ouder hebt en die zit in de gevangenis. Of als allebei je ouders in de gevangenis zitten.

De gemeente bekijkt wel of je in een pleeggezin terecht kunt. Of dat er misschien een andere oplossing is.

Is de gevangenis waar je vader of moeder zit ver uit de buurt? Dan heb je misschien recht op bijzondere bijstand voor reiskosten. Daarmee kun je je vader of moeder bezoeken.

 

Heeft u volgens de wet niet genoeg geld om van te leven? Maar bent u eigenaar van het huis waarin u woont? Of is iemand anders in uw gezin de eigenaar? Dan heeft u wel recht op een bijstandsuitkering als u aan de voorwaarden voldoet. Maar misschien krijgt u de uitkering te leen.

Eén van de voorwaarden is namelijk dat u niet te veel vermogen (eigen geld) heeft. Uw eigen huis telt volgens de bijstand ook mee als uw vermogen. In ieder geval de ‘overwaarde’ van uw huis. De overwaarde is het bedrag dat uw huis meer waard is dan de hypotheek.

Is uw huis meer waard dan de hypotheek die nog openstaat?
En is die meerwaarde hoger dan het vermogen dat u naast een uitkering mag hebben? Dan krijgt u wel een uitkering als u aan de andere voorwaarden voldoet. Maar u krijgt de uitkering te leen.

Tot aan het bedrag dat uw vermogen te hoog is, krijgt u de uitkering te leen. Die uitkering moet u later aan de gemeente terugbetalen. Heeft u daarna nog steeds recht op een uitkering? Die hoeft u dan niet meer terug te betalen.

Voorbeeld

  • Uw huis is volgens de taxateur € 190.000 waard.
    Van uw hypotheek staat nog € 120.000 open.
    Uw vermogen (eigen geld) is dan € 190.000 - € 120.000 = € 70.000.

  • U vraagt samen met uw partner een bijstandsuitkering aan. Want u bent uw baan kwijt. Bij een uitkering voor u en uw partner samen, mag u € 52.200 (norm 2020) vermogen hebben. U heeft dus € 70.000 - € 52.200 = € 17.800 vermogen (of eigen geld).

  • U krijgt dan een uitkering. Maar tot € 17.800 krijgt u de uitkering te leen. Dat moet u later dus weer aan de gemeente terugbetalen.

  • Heeft u na een tijd in totaal € 17.800 uitkering gekregen? Dan is daarna uw uitkering niet meer te leen. Die uitkering hoeft u dus niet terug te betalen.

Bent u eigenaar van een huis, maar woont u er zelf niet in?

En uw gezin ook niet? Ook dan kunt u een uitkering krijgen als u aan de voorwaarden voldoet. De overwaarde van dat huis moet dan wel lager zijn dan het ‘vrij te laten vermogen’. Dus lager dan het bedrag aan vermogen (eigen geld) dat u naast een uitkering mag hebben.

Is de overwaarde hoger dan het vermogen dat u naast een uitkering mag hebben? Dan heeft u geen recht op een uitkering.

Heeft u een bijstandsuitkering en gaat u verhuizen? Dan bent u verplicht om dat aan de gemeente te laten weten. Daarnaast moet u zich bij de gemeente op uw nieuwe adres laten inschrijven. Dat is voor de ‘basisregistratie personen’ (BRP) bij de gemeente.

Heeft u verhuiskosten?

Heeft u kosten doordat u gaat verhuizen? Voor verf, gordijnen of het vervoer van uw spullen. Of bijvoorbeeld voor administratiekosten voor de huurvereniging. Misschien kunt u daar bijzondere bijstand voor krijgen. U moet dan wel aan de voorwaarden voor bijzondere bijstand voldoen.

Wat gebeurt er met uw uitkering als u verhuist?

Hieronder leest u wat er bij verschillende verhuissituaties met uw uitkering gebeurt.

Uw verhuizing

Wat gebeurt er met uw uitkering?

U verhuist, maar u blijft in dezelfde gemeente wonen.

Dan verandert uw uitkering normaal gesproken niet.

Verhuist u omdat u gaat scheiden? Of gaat u bij iemand anders wonen? Kijk dan op: U gaat samenwonen, trouwen of juist uit elkaar.

U verhuist naar een andere gemeente.

Uw uitkering stopt op de dag dat u naar uw nieuwe gemeente verhuist. En dan kunt u in uw nieuwe gemeente opnieuw een uitkering aanvragen.  

U kunt alleen een uitkering aanvragen in de gemeente waar u woont. Verhuist u binnenkort naar een andere gemeente? Maar wilt u nú een uitkering aanvragen? Dan moet dat dus in de gemeente waar u nu woont.

U verhuist naar het buitenland.

Dan stopt uw uitkering. Voor een uitkering in Nederland moet u namelijk in Nederland wonen. En ook echt in Nederland zijn.

U verhuist omdat u gaat samenwonen. Met een partner of met iemand anders.

U moet dan opnieuw een uitkering aanvragen. Samen met uw nieuwe partner of huisgenoot.

Meer hierover leest u op: U gaat samenwonen, trouwen of juist uit elkaar

U verhuist omdat u niet meer wilt samenwonen. Of omdat u gaat scheiden.

U moet dan ieder apart opnieuw een uitkering aanvragen.

Meer hierover leest u op: U gaat samenwonen, trouwen of juist uit elkaar

U verhuist vanuit een asielzoekerscentrum (AZC).

  • Heeft u al een uitkering? Of een deel daarvan? Na uw verhuizing heeft u misschien recht op en ander (hoger) uitkeringsbedrag. Meer hierover leest u op: Bijstand & nationaliteit

  • Heeft u nog geen uitkering? Na uw verhuizing heeft u daar misschien wel recht op. U moet dan wel aan de voorwaarden voorwaarden voldoen.

U verhuist vanuit uw ouderlijk huis.

Misschien heeft u na uw verhuizing recht op een ander (hoger) uitkeringsbedrag.

Heeft het gezin waaruit u weggaat ook een bijstandsuitkering? Dan verandert die uitkering waarschijnlijk ook. Meer hierover leest u op: Uw kind verhuist.

U gaat op kamers wonen, omdat u gaat studeren.

Als u studiefinanciering krijgt, stopt uw uitkering. Krijgt u (nog) geen studiefinanciering? Dan heeft u na uw verhuizing misschien recht op een ander (hoger) uitkeringsbedrag. Kijk op: U studeert.

Heeft het gezin waaruit u weggaat ook een bijstandsuitkering? Dan verandert die uitkering waarschijnlijk ook. Meer hierover leest u op: Uw kind verhuist

U wordt opgenomen in een inrichting.

In de tijd dat u opgenomen bent krijgt u waarschijnlijk een lagere uitkering. Meer hierover leest u op: U verblijft in een inrichting

U verhuist vanuit een inrichting naar een gewoon huis.

Na uw verhuizing heeft u waarschijnlijk recht op een ander (hoger) uitkeringsbedrag. Hoeveel u dan precies krijgt leest u op: Hoogte en betaling.

U verhuist naar een aangepaste woning binnen de gemeente.

Normaal gesproken verandert uw uitkering dan niet. Misschien heeft u recht op een vergoeding voor uw verhuiskosten van uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

U verhuist omdat u dat van de gemeente moet.

Normaal gesproken verandert uw uitkering dan niet.

Soms moet u van de gemeente naar een goedkopere woning verhuizen. Bijvoorbeeld omdat uw huur nu te hoog is. U was daar namelijk gaan wonen, toen u nog een hoger inkomen had. Maar omdat u nu een uitkering heeft, is het te duur voor u geworden. Daarom moet de gemeente u woonkostentoeslag betalen. En dus wil de gemeente dat u goedkoper gaat wonen.

 

Is uw kind nog geen 18 jaar en gaat het ergens anders wonen? Misschien verandert uw uitkering dan. Heeft u daardoor opeens een veel lager inkomen? Dan heeft u misschien recht op bijzondere bijstand om dat tijdelijk op te vangen.

Heeft u een partner en zijn u en uw partner 18, 19 of 20 jaar?
Dan verandert uw uitkering  als uw kind verhuist.

Heeft u een partner die 21 jaar of ouder is?
Dan verandert uw uitkering normaal gesproken niet als uw kind verhuist.

Bent u een alleenstaande ouder?

  1. En krijgt u na de verhuizing van uw kind nog steeds kinderbijslag?
    Dan verandert uw uitkering normaal gesproken niet. U moet wel financieel voor uw kind blijven zorgen . Meer informatie over kinderbijslag vindt u op svb.nl.
  2. Krijgt u na de verhuizing van uw kind geen kinderbijslag meer?
    Dan bent u na de verhuizing een alleenstaande in plaats van een alleenstaande ouder. Uw uitkering blijft dan hetzelfde. Want een uitkering voor een alleenstaande is hetzelfde als voor een alleenstaande ouder.

  3. Blijft uw kind wel bij u wonen, maar gaat het niet (vaak genoeg) naar school?
    Dan krijgt u geen kinderbijslag meer. Maar uw uitkering blijft wel hetzelfde. Want u bent nog steeds financieel verantwoordelijk voor het kind. 

Er verandert misschien nog meer voor u:

  • Een alleenstaande mag namelijk minder eigen vermogen hebben naast een uitkering. Hoeveel dat is leest u op U heeft niet te veel geld voor bijstand.
  • Hoefde u niet naar werk te zoeken, omdat u voor een kind zorgt? Misschien moet u na de verhuizing van uw kind toch naar werk gaan zoeken.

Uw kind verhuist naar het buitenland

Uw uitkering verandert niet als uw kind naar het buitenland verhuist. Maar voor de bijstand bent u dan niet meer financieel verantwoordelijk voor dat kind. Ook niet als u nog steeds kinderbijslag krijgt. Of als u in werkelijkheid nog steeds financieel voor dat kind zorgt.

Lees ook

Deze ruimte is bestemd voor relevante documenten en formulieren van uw gemeente.

Helaas doet uw gemeente nog niet mee aan deze website zodat wij deze informatie hier niet kunnen weergeven.